Marechausseekazerne Gorredijk
Bolwerk van orde en gezag uit 1896
Kazerne na driekwart eeuw nu afgedankt.
Al voor d'n vestiging in Gorredijk waren de Opsterlanders bekend met de aanwezigheid van Marechaussees. In Olterterp, tegenover de zuivelfabriek, stond namelijk al jarenlang de kazerne. Daartegen bestond bij de bevolking weinig bezwaar. Het besluit van de regering om de kazerne over te plaatsen naar Gorredijk viel echter verkeerd en dat leidde in 1894 tot een uitvoerig debat in de gemeenteraad. Met slechts één stem tegen besloot de raad bij de rijksoverheid te protesteren tegen deze maatregel.
Op dinsdag 3 juli 1894 dienden drie raadsleden, Vitus Bruinsma, de Boer en Zwart een voorstel in om over deze kwestie een adres aan de regering te zenden. ,,Deze maatregel zou onpractisch en doelloos zijn. ''t Schijnt dat alle mogelijke regeeringen meenen, dat meen werkloosheid en armoede opheft door 't zenden van marechaussee. De aanvragen om een simpele f 5000 voor werkverschaffing wordt geweigerd en nu zal men f 20.000 uitgeven voor een maréchausseekazerne'', betoogde de heer de Boer in die raadsvergadering van 3 juli.
Wanbestuur
Hij zei verder, zo blijkt uit het verslag in de Heerenveensche Courant: ,,Wat zou 't veel mooier staan, als 't paard van den maréchaussée voor den ploeg liep en een man er achter, opdat de grond werd bewerkt. Op den duur heeft men geen geld meer voor onderwijs, opvoeding, arbeid en dergelijke nuttige zaken. Spreker acht zich gelukkig te behooren tot hen, die hun stem verheffen tegen een dergelijk wanbestuur en hoopt, dat de anderleden mee zullen protesteren.
Inspraak was in die dagen kennelijk een onbekend begrip, want officieel waren noch de raad noch b en w van de voorgenomen overplaatsing op de hoogte gebracht. De toenmalige burgemeester A.G. Smijter vond dat kennelijk ook niet erg, want hij begreep helemaal niet waarom de raad deze zaak moest bespreken. De maréchaussées zijn immers reeds te Olterterp. Dan had de raad er vroeger bij moeten zijn. Het doel is eenvoudig, het verband tussen de brigades te Drachten en te Heerenveen beter te bevestigen. Gorredijk is meer 't middelpunt. Ze komen daar niet, omdat men het voor die plaats zoo noodzakelijk acht, sprak de burgemeester Smijter.
De heer Bruinsma zag evenwel het nut van de maatregel hoegenaamd niet. Hij vreesde dat het tot dan toe betrekkelijk rustige werklozenleger over zou gaan tot baldadigheid.
Als men daar dagelijks maréchaussée ziet, zal die kalme stemming zeker veranderen. Door die stilzwijgende uitdaging zal hier of daar een standje komen en dan zal men in zekere kring zeggen: Ziet ge nu wel, hoe nodig het is, dat daar maréchaussées zijn? Maar wij zullen zeggen: Ziet ge nu wel, dat de onrust begint, zoodra de regeering niets anders doet dan maréchaussées zenden?'' sprak, de heer Bruinsma.
De bekende socialist Rindert van Zinderen Bakker, ook een raadslid, was van mening dat de bevolking van Olterterp en Beetsterzwaag veel beter in de nabijheid van maréchaussées kon verkeren dan die van Gorredijk. 't Publiek van Gorredijk is in dit opzicht veel prikkelbaarder, oordeelde de heer Bakker. De burgemeester wees in de discussie nog wel even op het aspect van de werkgelegenheid, als gevolg van die investering van f 20.000, maar het raadslid Hoogeveen reageerde daarop met de woorden:
,,Als dat helpen zou, moest men 't ook zoo ver kunnen brengen, dat men al die tijdelijke werklieden maréchaussée kon maken.''
,,De heer Bruinsma: Mij dunkt, we kunnen althans de Regeering vragen de maréchaussées te Olterterp te laten blijven of te Beetsterzwaag een kazerne te bouwen, als dit toch wezen moet, maar ze in geen geval naar Gorredijk over te plaatsen.''
Voorzitter: ,,Dat zou kunnen''.
De heer Zwart: Dat ze in Olterterp blijven is veel beter. Daar kunnen ze nog wat in hun tuin werken.''
Tot zover dan het uitvoerige verslag in de Hepkema van 1894. Het protest van de raad heeft niet mogen baten. Twee jaar later stond de kazerne op de plaats aan de Stationsweg. In 1897 werd het gebouw verkocht aan de gebr. Aberson uit Steenwijk, die het weer verhuurden aan het rijk. Nadien is het pand meermalen in andere handen overgegaan. Zo werd het in 1932 verkocht aan Defensie, die het voor f 12.000 liet opknappen. In 1941 werd Justitie eigenaresse, maar die droeg het in 1949 over aan Domeinen. In datzelfde jaar kocht de gemeenteraad van Opsterland het gebouw aan.
Politiebureau
Nadat er opnieuw een grondige verbouwing was uitgevoerd (o.a. het stallengedeelte werd onder handen genomen) is het als politiebureau ingericht. Tot 1951 heeft het bovendien onderdak verleend aan de lagere technische school, toen nog ambachtschool geheten. Enige tijd geleden verkocht het gemeentebestuur de kazerne aan de heer J.de Vries uit Gorredijk, die er een garagebedrijf in zal vestigen.
* De kazerne in Gorredijk, zoals het gebouw er nu uitziet (1975/1976). Na ruim 75 jaar afgedankt en straks garagebedrijf.
Met de verhuizing van de post Gorredijk van de Opsterlandse gemeentepolitie naar een '' nieuw'' bureau aan het Marktplein is een einde gekomen aan de functie van legendarische marechausseekazerne aan de Stationsweg als politiepost. Dit markante gebouw, in 1896 gesticht op een stuk weiland van Rijnhard baron Van Lijnden uit Beetsterzwaag, heeft een bewogen verleden. Vooral in de roerige twintiger en dertiger jaren was de marechausseekazerne meermalen het middelpunt van wilde taferelen rond groepen ontevreden arbeiders. Het gemeentebestuur heeft de voormalige kazerne verkocht en daardoor een einde gemaakt aan de bestemmig als gebouw van orde en gezag.
(uit Fries Mozaiek, circa 1975/76)