Gorredijk
- Gorredijk Historie
- Gorredijk
- 17e eeuw en eerder
- Sportmogelijkheden in Gorredijk net na WOII
Sportmogelijkheden in Gorredijk net na WOII
Door Anne Veenstra
Hoeveel sporten worden er in Gorredijk anno 2014 bedreven? Je kunt er te kust en te keur, zowel binnen als buiten! Dat was net na de Tweede Wereldoorlog wel eventjes anders. Toen wij in 1946 in Kortezwaag kwamen wonen was de keuze zeer beperkt. Eigenlijk hadden mijn broer en ik maar keuze uit één! Van de voetbalvereniging “Gorredijk”, opgericht in 1920, kon je pas lid worden als je de door de KNVB vastgestelde leeftijd van 12 jaar had bereikt. Voor de in 1885 opgerichte gymnastiekvereniging “Stânfries” waren onze leeftijden 6 en 9 jaar geen probleem en omdat onze ouders het nut van het lidmaatschap van een sportclub erg zagen zitten was de beslissing gauw gevallen. Dat betekende niet dat het sporten bij eens per week gym plus jaarlijks een uitvoering bleef. Integendeel, al waren de verdere sportieve handelingen niet bij een georganiseerde sportvereniging. Wat te denken van de vele tikspelletjes, sta-bal en hoepelen. Er werd wat afgerend en bewogen! Pas in 1949 kwam er meer keuze door de oprichting van een korfbalclub in Kortezwaag en een tennisclub in Gorredijk. Deze laatste vereniging was door de ballotage slechts voor een kleine groep weggelegd. Op het schoolplein werden er ook vele beweegspelletjes gedaan en de knikkerspellen leerden ons om bekwaam te mikken en strategisch te denken. Als juffrouw De Jong – De Bildt als invalster voor de klas stond voor juffrouw De Groot- Reinbergen, dan was het op maandagmorgen na een thuiswedstrijd van “Heerenveen” heel gezellig in de klas, want juf kon smakelijk vertellen over haar belevenissen als toeschouwer. Mevrouw De Jong was de moeder van onderwijzer/ weerman/ kroniekschrijver Hans de Jong. Minder bekend werd haar andere zoon George. Of toch wel? Zijn twee kleinzonen zijn namelijk niemand minder dan de alom bekende voetballende broertjes Siem en Luuk de Jong. Juffrouw De Bildt moest eens weten dat zij in dit verhaal nu ter sprake komt als de overgrootmoeder van de goalgetters Siem en Luuk!
Wat ons eigen georganiseerde sport bedrijven betrof was dat dus de eerste jaren gebruik maken van het aanbod van “Stânfries”. Dat was wekelijks een uur gymmen in de gymzaal aan de Hoofdstraat, naast de openbare lagere school. Midden in die circa 100 vierkante meter grote zaal stond een dikke ijzeren stutpaal , maar ik herinner me niet dat daar ooit iemand tegen op is geknald. Ook niet toen we er later korfbal - en voetbaltraining hadden!Ik had niet de gaven om een groot turner te worden, maar de tik- en balspellen en de sociale contacten met kinderen van andere scholen schonken mij veel voldoening. In het voorjaar begonnen de voorbereidingen op de jaarlijkse gymuitvoering in Zaal Veensma, schuin tegenover de gymzaal. Daarvan herinner ik me mijn eerste dansje met een meisje. Een meisje teder aanraken durfde je niet eens en nu moest je er een dansje mee maken! We zongen met behulp van gitaarspel en zang van meester Visser “Als mijn vader en mijn moeder naar de markt toegaan, oh ja , ja zo Dan komen zij niet thuis voor al ’s avonds laat, oh ja, ja zo Fiederie-fiedera, fieder- ralala, oh ja , ja zo !” (2 x) Bij de eerste twee regels liep je op de maat van de muziek in de rondte en de meisjes deden dat in omgekeerde volgorde. Op “Oh ja, ja zo” maakte je een buiging naar het meisje en bij de laatste regel pakte de jongen het meisje vast en dan dansten ze in het rond. De belevenis is zo groot geweest dat ik nu nog weet met wie ik danste: Jannie de Jong met de lange vlechten! Ook hadden we in de zomer op een veld achter Schansburg een zogenaamde turnbetoging. Vooraf hadden we een optocht door het dorp met muziekkorps Ad Altiore Concordia (A.A.C.) voorop. Ik geloof dat er ook gymnasten uit andere dorpen meededen. Enige jaren geleden (2010) heeft Stânfries in het kader van de jubileumviering weer zo’n turnbetoging met optocht vooraf gehouden.