Opvallende woningen in Kortezwaag
Door Anne Veenstra
Vroeger stonden we met een groepje jongens vaak op de brug bij bakker Arjen de Vries even bij te kletsen. Of we zaten op de brugleuning. Een enkeling, o.a. Brant Slof, waagde het wel om via de ketting zelfs op het dak van de brug te klimmen. Ook klommen we wel via de rand van de brug op één van de vier dukdalven. Als we richting Gorredijk keken zagen we rechts van de Opsterlandse Compagnonsvaart en de smalle klinkerweg een rij bijzondere blokkendozen woningen. Er werd gezegd dat de naam Vinkenbuurt te danken was aan de gehorigheid van de woningen. Deze sociale woningbouw is gerealiseerd door de gebroeders Hans en Jan Eisenga in 1879. Jan is de vader van de in de Tweede Wereldoorlog gefusilleerde onderwijzer Jan Eisenga jr. Vader en zoon waren beide socialisten in hart en nieren. Eisinga sr. had een werkplaats plus woning aan de Langewal, waar later de melkboeren Tinus Dijkstra en Bron woonden. In het begin van de twintigste eeuw bouwde hij naast zijn werkplaats richting de boven vermelde brug twintig goedkope huizen om de bewoners van de spitketen een beter onderdak te bieden. Bij de huizen kwam een vergaderlokaal, want volksop- voeding stond hoog in het vaandel bij de socialisten in die tijd. In de huizen woonden veel school -genoten van ons, zoals o.a. Wieke Vonk, Eppie, Joke en Anne Tenge, Kees Dijkstra, Jappie Simons, Tilly en Mettie Boonstra.
Bij de brug stond de historische bakkerij van Arjen de Vries. Met de knechten Theun van der Brug, Rein van der Vliet, Klaas de Vries en Feike van der Molen en echtgenote Jinke de Vries-Siebenga achter de toonbank heeft bakker Arjen veel brood, koek en banket bij de inwoners van Kortezwaag en Gorredijk bezorgd. In de 18e eeuw is de woning gebouwd als Saksische boerderij en is pas later omgebouwd tot bakkerij .De woning staat al jaren onder monumentenzorg, o.a. vanwege de fraaie betegeling rond de haard. In de twintigste eeuw oefenden achtereenvolgens Jelle van der Muur, Hendrik Wiekel en Arjen de Vries er het beroep van bakker uit. Halverwege de jaren ’50 sloot bakker Arjen zich aan bij de nieuw opgerichte centrale bakkerij De Oosthoek vlak bij de zuivelfabriek in Jubbega. Knecht Theun van der Brug nam de bakkerij over, zij het dat hij alleen bakkerswaar betrok en verkocht van De Oosthoek. Theun stopte tenslotte met bezorgen en schafte zich een SRV-wagen aan om zuivelproducten uit te venten. Zijn vrouw Gretha , die nog steeds in de “bakkerij” woont, hield de winkel nog geruime tijd aan. Als je uit ‘t Weike kwam en over de brug rechtdoor ging, dan kwam je in ’t Leantsje. Ook hier stond een blok arbeiderswoningen voor hen die weinig huur konden betalen en daar werd vaak van bewoners gewisseld. Tegenover dit huizenblok stonden twee alleenstaande woningen, waarvan in de ene Gooitsen Lameris (“Gooitsen zonder kin”) woonde. Het slecht geplaveide weggetje liep dood, al kon je via het weiland ,de Lijnbaan, wel bij de kinderwagenfabriek van Jonkers komen. Aan het einde van ’t Leantsje stonden zowel aan de linker als de rechterkant dubbele woningen. Links woonden de families Beenen en Bleeker (Wiebe, Renskje, Jan, Janke en Jacob) , rechts twee families Kromsigt.
Na het huizenblok kwam een bocht naar links en recht voor je was de Tsjinwyk. Heel lang geleden was dit de grens tussen Kortezwaag en het grondgebied van Terwispel. Over de Tsjinwyk lag een wit houten bruggetje en als je daar over liep kwam je op het erf van boer Wiebe Hofma. Hij en zijn vrouw Aaltje hadden één zoon en omdat zoon Henk bij ons in de klas zat kwamen we veel over het bruggetje. Wiebe en Henk verwierven bekendheid als veehandelaren. Na Hofma woonden de families Hagen en Jongsma nog in de boerderij voordat deze in de jaren ’60 werd afgebroken.
Van 1855 tot 1862 woonde emeritus predikant J.T.Heidegger Houwing op de boerderij. De schuur werd waarschijnlijk pas in 1890 gebouwd. Houwing was van 1832 tot zijn pensioen in 1855 dominee in Gorredijk en ging daarna op de boerderij wonen, waar hij op 2 maart 1882 overleed. De reizende Duitse koopman ( “fyndoekspoep”) F.Schöne, nog geen 15 jaar oud en in 1867 alleen te voet op pad schrijft : “Eindelijk kwam ik vermoeid en hongerig in Kortezwaag aan de vaart bij een woning , die een grote boerderij leek met een aardig wit voorhuis. Men bleek daar goed bekend en bevriend met mijn vader te zijn. Hier woonde de bejaarde emeritus predikant ds. Houwing met zijn echtgenote, die mij gastvrij in hun huis nodigden . Door de vriendelijke ontvangst die met een goede bestelling van textiel gepaard ging,fleurde ik weer enigszins op”. Aan de Lijkweg stond, een stukje van de weg, de “Pastorije” met de grote vijver vol waterplanten. Nadat in 1580 de Katholieke kerkdiensten in Fryslân verboden waren kwamen veel pastorieën leeg te staan en ze werden verhuurd, zo ook de pastorie van Kortezwaag.
Na een brand in 1796 wordt de weer opgebouwde pastorie in 1854 afgebroken om plaats te maken voor een nieuwe, die in 1875 verbouwd wordt. Van 1942 tot 1946 woont er in de persoon van ds. Springer voor het laatst een predikant in. Vanuit mijn jeugd herinner ik me dat er altijd twee gezinnen in de “Pastorije” woonden, één voor en één achter. Ik herinner me familie Mersman , familie Seinstra (Andries en Baukje met de kinderen Anne, Jan en Tytsje) en familie Krikke als bewoners. Als je vanaf de achterkant van de pastorie naar het zuiden over de weilanden richting Jubbega keek dan zag je aan de Dwarsvaart ook een bijzonder huizenblok staan. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) kwamen veel Belgische vluchtelingen naar Nederland, waaronder de Pake van Roel Kluitenberg (De Groof), op zondag de kaartjesknipper bij v.v.Gorredijk.
Voor de internering van de Belgen werden o.a. in Gaasterland barakken geplaatst. Na die oorlog werd een aantal van de barakken aangekocht door de Gemeente Opsterland. Er werden in Kortezwaag aan de Dwarsvaart hulpwoningen van de barakken gemaakt omdat er nogal wat dakloze gezinnen zijn. Soms wonen er twee of drie gezinnen in één woning. Er ontstaat echter veel weerstand en in 1921 komen er heftige protesten tegen het wonen in deze barakken. In 1923 komen er vervangende, verbeterde woningen, maar tot de afbraak in de vijftiger jaren van de vorige eeuw bleef de naam barakken met de woningen verbonden.