Drie eeuwen Gerdykster Merke
(30 november 1994)
Vanaf Jubbega, Hoornsterzwaag, Hemrik en Tijnje stroomde het volk toe. Twee keer per jaar was de vlecke Gorredijk het centrum van de streek. Tijdens de markt in voor- en najaar werden de bloemetjes buiten gezet, De arbeiders uit het veengebied liepen kilometers om zich te laven aan het feestgedruis, de levendige handel in koeien en de drankgelagen in de kroegen. Menigeen werd na afloop van de maandagmarkt 's avonds laat in een kruiwagen thuis afgeleverd. De inzittende was te beschonken om de lange terugweg lopend af te leggen. Vandaag driehonderd jaar geleden vond de eerste traditionele markt plaats.
Honderden koeien in de Hoofdstraat. In 1962 was de veehandel nog een wezenlijk onderdeel van de Gerdykster Merke. Foto LC
Dorpshistoricus en weerman Hans de Jong herinnert zich nog dat de in lompen gehulde Kompenijsters uit de omgeving van Jubbega 's ochtends in alle vroegte het ouderlijk huis in Gorredijk passeerden. „Foar de Gerdykster Merke sparren se in jier. It wie it ienichste fersetsje. De bern krigen yn de kroech in brandewyntsje mei süker. Elkenien seach üt nei de Gerdykster Merke. Dat is no oars, it is op 't heden mear in reuny fan ald-Gerdyksters." Op 26 maart 1694 namen de Friese Staten een resolutie aan waarmee Gorredijk het recht kreeg twee jaarmarkten te houden. Voorwaarde was dat de markten in Joure en Beetsterzwaag geen concurrentie aangedaan mocht worden. Verwonderlijk was het niet dat de boeren en kooplieden in het veenkoloniale plaatsje een eigen jaarmarkt nastreefden. Gorredijk groeide snel. In 1683 verrees in het dorp een eigen Nederlands hervormde kerk. Het ging de koop- en ambachtslieden voor de wind en kleine industrieën kregen voet aan de grond in de vlecke. De honderden koeien stonden van oudsher aan de balie in de Dubbele Straat, nu Hoofdstraat. Tussen de rijen zwartbont vond de handel plaats. Het handjeklap bezegelde de transactie. Een man wilde wel eens hel loven en bieden aan den lijve ondervinden. Hij kocht zich een lange jas en een stok en stelde zich op tussen de ervaren collega's. Hij begon de dag met een koe en eindigde met een geit. „Dochs wie hy reden. Ienkear yn syn libben hie hy dochs keapman west", vertelt veehandelaar Jan Jelles de Vries uit Hoornsterzwaag lachend. De Vries (78) komt al zestig jaar naar Gorredijk. Er waren tijden dat hij tachtig koeien sleet. Nu is de veehandel slechts folklore. Vorig jaar werden twee koeien aangevoerd. Zijn brood verdient De Vries op de markten in Zwolle en Leeuwarden, toch wil hij de Gerdykster Merke voor geen goud missen. „Fiif generaasjes hannelje op 'e Merke. Myn soan nimt it fan my oer." De Vries hoopt dit weekeinde te genezen van een kwetsuur. Een dolle koo rende hem vrijdag in Leeuwarden van de sokken. „Dat is my noch nea oerkommen." Al moet hij op een stoel zitten, vandaag wil hij van de partij zijn. Het handel drijven vereist mensenkennis en handigheid De geboren handelaar De Vries kent het klappen van de zweep.
De Gerdykster Merke van 1972 liet nog een bescheiden aanbod van koeien zien. Vorig jaar werden er maar twee aangevoerd. Foto LC
Hij schonk vaak gratis wat borrels aan de boeren, die doorgaans weinig alcohol gewend waren. „Sa kaam der wat moed in." Het bevorderde de durf om een transactie te bezegelen. Vanaf 1800 is de familie De Vries op de Gerdykster Merke te vinden. Nu omschrijft de pater familias Gorredijk als „in praatmerke". Een kwalificatie waarin marktmeesier Tjeerd Popkema zich wel kan vinden. „Yn de feehannel is de sloai kaam." De veemarkt mag op sterven na dood zijn, de kraampjesmarkt is levendiger dan ooit. Duizenden mensen schuifelen door het centrum langs de stalletjes met prullaria, gereedschap, sokken, boeken, planten en kleding. „De alde sfear ferdwynt". consulteert Popkema. „Mar it is noch altyd in grut feest foar dizze hoeke." Elk jaar moet de marktmeester weer een strenge selectie maken. Van de 450 aanvragen voor een kraampje kan hij slechts tweehonderd honoreren. Vooral de lage huurprijs maakt Gorredijk populair. Waar andere dorpen en steden meer dan ƒ30 per meter verlangen, zit de vlecke onder de ƒ10. „Dat heart ek by de tradysje". vindt Popkema. Zijn markt is voor de gewone man. Ook de kennis boette veel aan betekenis in. Eind negentiende, begin twintigste eeuw waren de draaimolens en zweef, de wafelen oliekoekenkraampjes, de reizende bioscoop, de rondtrekkende theatergezelschappen en het circus een belevenis, Durk Schippers, een van de organisatoren van de markt: „De kermis is nostalgie. We kunnen ons niet meten met Heerenveen en Drachten. Dat was vroeger anders." Uit de Woudklank van 25 oktober 1923: .Aan het onderwijs zelve komt in de kermisweek weinig terecht Het kinderhoofd zit vol met andere gedachten, terwijl het rumoer van buiten zeer storend werkt."
Troubadours zingen veehandelaar toe op Gerdykster Merke
In een walm van Vietnamese loempia's, hamburgers, oliebollen en koeiestront baanden gisteren talloze bezoekers zich een weg over de Gerdykster Merke in Gorredijk. De na jaarsmarkt had gisteren een bijzonder tintje. Driehonderd jaar geleden dreven kooplui voor het eerst handel op de Gerdykster Merke. Inmiddels zit de klad in de veemarkten. De aanvoer was gisteren wat teleurstellend: 34 koeien en vier schapen. De organisatie zette Jan Jelles de Vries uit Hoornsterzwaag in het zonnetje. De 78-jarige veehouder komt al zestig jaar op de markt in Gorredijk. De Friese troubadours Doede Bleeker, Bennie Huisman en Jaap Louwes zongen hem toe. De veehandelaar, die van de loftuitingen een beetje verlegen werd, bood hen spontaan vijf borrels aan.Nov.'94 Foto LC/Siep van Lingen