Transport en vervoersmiddelen
Vervoer door de jaren heen.
Het wiel
Ongeveer 3000 jaar voor Christus, in de tijd van de jagers en de primitieve levensvormen werd het wiel al uitgevonden. Deze uitvinding heeft veel betekend voor het vervoer door de jaren heen.
Waar men voorheen afhankelijk was van lopen of het berijden van een paard of ezel bracht de uitvinding van het wiel de mogelijkheid om mensen en goederen op een andere manier te vervoeren zoals karren en wagens al dan niet door paarden voortgetrokken.
Het duurde nog een lange tijd voordat er zelfstandig voortbewegende voertuigen werden uitgevonden.
Hondekar
De hondekarrren waren volop in gebruik eind negentiende, begin twintigste eeuw en werden vooral gebruikt door handelaren. De eerste hondekarren zullen rond 1850/ 1860 gebruikt zijn. De karren waren vaak erg instabiel en op de slecht begaanbare wegen van voor 1850 kon je de karren nauwelijks gebruiken. Rond 1850 werden er vlakke wegen aangelegd waardoor men steeds meer en makkelijker de hondekar ging gebruiken.
De trekhondenwet van 1910 bond het gebruik aan vergunningen waarvan er in de jaren dertig van de vorige eeuw steeds minder werden verstrekt. In 1954 was het helemaal uit met deze nuttige aanwending van de hond, een eeuw nadat de hondekar in London al was verboden.
Bakker A.Hellinga op de Sweachsterwei vent zijn vers gebakken roggebrood en andere waren uit. Het was in de jaren dat honden nog als trekdieren werden gebruikt.
Handkar
Vanaf ongeveer 1850 tot kort na de Tweede Wereldoorlog, waren het geratel van karren en de roep van de venters en ambachtslieden medebepalend voor de sfeer en het straatbeeld in onze dorpen en steden. Na de oorlog leefde het gebruik van de handkar nog even op om daarna plaats te maken voor bakfiets en bestelwagen.
Meine Beenen ventte met huishoudelijke artikelen en speelgoed. Hier staat hij met zijn handel voor de kap- en scheersalon van Jelle Annes v/d Muur aan de Langewal te Kortezwaag.
Paard en wagen
Paard en wagen, je ziet ze nu niet meer dagelijks over straat rijden. Zo nu en dan nog eens voor touristische uitjes of hobbymatig gebruik. Maar in het verleden werden paard en wagen beroepsmatig gebruikt.
Boeren gebruikten hun aangespannen boerenwagens bijvoorbeeld om de oogst binnen te halen, maar ook melkboeren, bakkers en groenteboeren gingen met hun speciaal ingerichtte wagen de deuren langs om hun waren te bezorgen.
De combinatie paard en wagen werd lange tijd gebruikt maar rond 1970 werd dat straatbeeld toch echt overgenomen door gemotoriseerd verkeer.
Melkboer Thijs Kussendrager bij it Leantsje in Kortezwaag.
Fiets
In 1790 werd de eerste fiets uitgevonden, de zogenaamde loopfiets. Deze fiets had geen trappers, geen beweegbaar stuur en geen remmen.
De jaren daarop werd de fiets steeds verder ontwikkeld en verschillende modellen werden ontworpen.
Driewielers waar de vrouwen met hun grote rokken op konden zitten, de hoge bi, met een groot en klein wiel.
In deze tijden waren fietsen alleen voor rijke mensen, de arme mensen konden deze nieuwe uitvinding niet betalen.De fiets werd vooral op zondagen gebruikt om er "een stukje mee te rijden".
Deze twee vooruitstrevende dames zijn Abeltje Bosma en Johanna de Vries. |
Motoren
Wie de eerste motorfiets heeft gebouwd is niet helemaal bekend. Wel zijn er drie kandidaten die met deze eer de boeken in zijn gegaan. Michaux- Perreaux (ergens tussen 1867 en 1869 en de meest waarschijnlijke kandidaat.
Sylvester Howard Roper (waarschijnlijk 1868 of 1869) en Gottlieb Daimler en Wilhelm Mayback die in 1885 de Einspur met benzinemotor bouwden.
De motor die Gottlieb Daimler in 1880 had ontworpen had een houten frame met een stoommotor, die later (1885) gauw werd vervangen door een benzinemotor. De topsnelheid lag tussen de 12 en 18 km/per uur.
De hier afgebeelde heer Jelsma zit op een Engelse motorfiets merk "Raglan" uit 1914. Jelsma was leerling machinist bij Tjitse Mast op de olieslagerij aan de Kerkewal te Gorredijk. |
Auto
In 1885 werd de eerste auto gebouwd met een verbrandingsmotor als krachtbron.
Er kwam een echte autoindustrie die steeds betere wagens bouwde.
Daardoor kwamen er meer auto's op de markt en dus ook op de weg. Maar de auto was voor een normaal gezin niet te betalen, alleen de rijke mensen reden in auto's. In de eerste jaren vond men de auto bovendien gevaarlijk. Veel harder dan 30 km/ per uur gingen die eerste modellen ook niet.
In de jaren twintig en dertig reden in Europa alleen rijke mensen in auto's.
In de voormalige "Koornbeurs" hadden Klaas Kuipers en Anne de Jong in de twintiger jaren een auto verhuurinrichting. Hier staat één van hun vehikels op de Brouwerswal met Egbert, zoon van Klaas Kuipers ernaast. Anne de Jong trad later uit de combinatie en opende een radiozaak aan de Zuid-West Dubbelestraat. Ook daar verhuurde hij auto's.
Tram
Ondanks dat de koets en paardenkarren al jarenlang werden gebruikt, ontstond pas na 1800 het concept "Openbaar vervoer" . Je kon instappen in een door paarden voortgetrokken koets, en je ergens anders laten afzetten. Toen in 1814 de locomotief werd uitgevonden, ging de overheid tram en spoorbanen aanleggen, waardoor het openbaar vervoer zich ontwikkelde.
Vooral voor langere afstanden werd vervoer per rail aantrekkelijk. Door deze ontwikkeling werd de wereld van de mensen groter. Voorheen bleef men vooral in de buurt van de eigen woonplaats, maar met de trein of tram kon men grotere afstanden afleggen. In Gorredijk werd de trambaan pas in 1882 aangelegd en in de jaren daarna verder uitgebreid.
De pasagiers stappen in de tram. |
Scheepvaart
Door Gorredijk loopt nu de Compagnonsvaart. Gorredijk is ontstaan door de turfwinning.
Voor het vervoeren van turf was een kanaal nodig en dus besloot met in 1631 een kanaal te graven.
Het doorgraven van de Hegedyk in 1631 word dan ook beschouwd als beginpunt van de veenkolonie Gorredijk.
Er kwam een kanaal naar de Gorrevenen. Vele turfschepen voeren door Kortezwaag en Gorredijk.
Vooraan ligt het vrachtschip van de Gebroeders v/d Klok, het derde schip is de Tjerk Hiddes van Bauke v/d Werf. |