Oorlogskind Ies Leefsma
Door ALY VAN DER MARK
‘Tussen moed en principes’
Na afloop van de Tweede Wereldoorlog probeerde iedereen die de bezetting had overleefd, zo snel mogelijk zijn oude leven op te pakken. Dat lukte velen, maar het gold niet voor Iesje Leefsma, een Joods jongetje uit Gorredijk dat ondergedoken was in IJlst. Zijn ouders waren vermoord in de concentratiekampen en na de bevrijding mocht hij niet terug naar zijn familie. Vanwege geloofs- redenen, schrijnend genoeg.
Ies Leefsma (2015) |
Isac (Ies) Leefsma is op 28 april 1940 geboren als enige zoon van Abraham (Bram) Leefsma en Matje Wolf. Bram werkte in de textielzaak van zijn oom en tante, Jozef en Rebecca Leefsma in Gorredijk. Hij was bang dat zijn familie wat zou worden aangedaan als hij zich niet meldde bij de bezetter. Het is onbekend hoe het precies is gegaan, maar Ies Leefsma denkt dat zijn vader zich in 1942 vrijwillig heeft aangegeven bij de gemeente en vervolgens gedeporteerd is naar Westerbork, samen met zijn oom Jozef. Omdat zijn vrouw Matje er niet Joods uitzag, bleef zij thuis met kleine Iesje, zoals Isac werd genoemd. Jozef en Rebecca Leefsma maakten gebruik van de wasserij van Sjoerd Wiersma uit Joure, Wiersma kwam dus geregeld bij de Leefsma’s aan huis en leerde zo de familie en de situatie kennen. Hij zat in het verzet en hij ried Matje aan toch onder te duiken.
Matje Wolf en Bram Leefsma
Matje Wolf en Bram Leefsma
Ze weigerde, maar na lang aandringen van Wiersma gaf ze Iesje mee. Zelf dook ze na een poosje onder bij de vader van Sjoerd Wiersma in Scharnegoutum. Na twee andere adressen kwam Iesje terecht bij Janke Nooitgedagt-Wiersma in IJlst, een zuster van Wiersma. Janke Nooitgedagt was de weduwe van Jentje Nooitgedagt, in leven directeur van de befaamde Nooitgedagtfabriek in IJlst, waar naast schaatsen, ook speelgoed en gereedschap werd vervaardigd. Toen Janke Wiersma met hem trouwde, was hij een weduwnaar met een dochter en vier zonen. Iesje Leefsma was bang voor Sjoerd Wiersma: ‘Ik was nog maar twee jaar toen ik bij mevrouw Nooitgedagt kwam, maar ik zag kennelijk in Wiersma de man die me misschien weer weg zou halen uit mijn vertrouwde omgeving’. Iesje werd in IJlst Tiesje genoemd, een naam die minder Joods klonk.
Gespaard voor het geloof
Mevrouw Nooitgedagt was gereformeerd en vanuit de gedachte een mens in nood op te moeten vangen haalde zij naast Iesje (foto onder) nog een baby, Sjoerd, in huis, verder een meisje, Jopie Blitz, en een Joodse familie uit Duitsland met twee zonen. Iesje noemde haar wel ‘mem’, maar wist heel goed dat zij niet zijn moeder was. Zijn echte moeder Matje wist niet dat haar zoon dichtbij was, maar via het verzet werden er wel brieven heen en weer bezorgd. Daaruit bleek dat Tiesje een gereformeerde opvoeding kreeg: hij kon namelijk goed zijn handjes vouwen en christelijke versjes opzeggen.
Matje Leefsma is later verraden en opgepakt. ‘De moffen wisten precies waar ze moesten zijn, toen ze haar ophaalden,’ vertelt Ies Leefsma. Zijn moeder werd gemarteld door de SD’er Grundmann. Broers van Wiersma zaten ook in het verzet en de Duitsers dachten waarschijnlijk dat ze die zou kennen. Leefsma: ‘Ze heeft niets verteld, want ze wist niks’. In het boek De jacht op het verzet van Ad van Liempt wordt verteld dat Grundmann heel veel dronk en zich daardoor te buiten ging aan grof geweld. Matje Leefsma overleefde de martelingen, werd gedeporteerd naar Auschwitz, waar ze stierf. Haar man Bram is overleden in Groß-Rosen in Silezië, een Nacht und Nebelkamp, waar gevangenen werden uitgehongerd en in een steengroeve moesten werken tot de dood er op volgde.
Na de oorlog kwamen enkele familieleden terug uit de kampen. Zij wilden Iesje graag in huis nemen, maar dat is niet gelukt. Al in 1944 is op aandringen van Gezina van der Molen, een vooraanstaande verzetsvrouw, getracht een wet aan te nemen waarin werd bepaald dat Joodse ouders die hun kinderen lieten onderduiken, uit de ouderlijke macht dienden te worden ontzet. Dat is niet gelukt, maar de ouders werden wel geschorst en ouders die zich niet binnen drie maanden na de oorlog hadden gemeld, werden uit de ouderlijke macht ontzet. Kinderen, die gereformeerd waren opgevoed moesten gespaard worden voor dat geloof, ze mochten niet terug naar een Joodse omgeving. Onderduikouders mochten de kinderen niet meegeven aan de echte ouders.
Alle inwoners huis familie Nooitgedagt
Dr. Hilda Verwey–Jonker, die voor de oorlog al betrokken was geraakt bij de opvang van jonge Joodse vluchtelingen en in de oorlog verzetswerk deed, wilde de wezen meegeven aan familieleden, maar Gezina van der Molen heeft dat zo veel mogelijk tegengehouden. Joodse pleegouders werden ongeschikt geacht, ze waren ‘te oppervlakkig’. Ies Leefsma: ‘Daarmee bedoelde ze waarschijnlijk dat ze niet christelijk waren, dan krijg je dus een beeld van mensen, dan oordeel je over iets wat je niet weet, ik denk dat dat ook bij Gezina zo geweest is, dat ze niet wist waar ze het over had. Je kunt weinig van haar zieleroerselen bedenken, maar het is wel een gegeven en het is in Friesland heel stringent doorgevoerd. De Wiersma’s, vooral de oudste broer, Haitse, waren er heel erg op uit om de kinderen in christelijke gezinnen te houden, ze waren heel rechtlijnig en er was maar één waarheid. Sjoerd Wiersma heeft ook gezegd tegen zijn zuster Janke Nooitgedagt: ‘Hou de familie op afstand’. Ik weet dat tante Beb (Rebecca) er op mijn achtste verjaardag is geweest, ze had op de spiegel geschreven: Tijsje is acht jaar, en ik heb boeken van Bolke de Beer gekregen en daarna was het over, het was de laatste keer dat ik haar gezien heb’.
Iesje met zijn moeder Matje | Iesje in de armen van zijn vader Bram |
Tante Bep die de oorlog dus had overleefd, wilde graag contact houden met Iesje, maar brieven en cadeautjes werden genegeerd. Mevrouw Nooitgedagt stuurde haar wel brieven met de vraag om eventuele goederen, die aan Iesje toebehoorden, naar haar op te sturen. Twee andere familieleden van Iesje die de oorlog overleefden, waren Jacob en Emmy van de Rhoer. Ze waren beiden advocaat, hadden geen kinderen en wilden hem graag adopteren, maar na diverse rechtszaken is het niet gelukt, Iesje moest bij ‘mem’ Nooitgedagt blijven. Leefsma: ‘Toen ik acht jaar werd, liepen ook de rechtszaken, het kantongerecht had al uitspraak gedaan, ik moest bij mevrouw Nooigedagt blijven. Mem Nooigedagt heeft wel eens gezegd: “Als ze je van me afpakken, duik ik met je onder”.’De rechters gingen er dus in mee omdat Gezina van der Molen er regelgeving voor had ontwikkeld en de rechterlijke macht was er ook helemaal op gefocust: Joodse kinderen blijven bij christelijke ouders als men er niet onderling uit kwam.
Mevrouw Nooitgedagt met naast haar Iesje en Sjoerd
Joodse wortels
De Rijkscommissie voor Oorlogspleegkinderen (OPK) moest beslissen of de kinderen terug werden gegeven. Zelfs als de kinderen niet bij hun onderduikouders konden blijven, gingen ze naar een pleeggezin en niet naar hun eigen ouders of familie. Sommige ouders hebben jaren moeten vechten om hun kinderen terug te krijgen, wat niet altijd is gelukt. Gezina van der Molen zei het zo: ‘Kinderen moeten aan de ouderlijke macht worden onttrokken om ze te behouden voor het christelijke geloof’.Isac Leefsma bleef in IJlst, hij ging naar het lyceum en wilde daarna graag arts worden, maar dat kon niet omdat er geen geld voor was. ‘Er is ook niet veel moeite gedaan om fondsen te verwerven. De Stichting 40-45 was opgericht om hulp te bieden aan gezinnen waarvan in de oorlog ouders waren omgekomen.
Zo was er in IJlst een man die in de laatste oorlogsdagen is doodgeschoten, zijn kinderen mochten studeren op kosten van de Stichting 40-45. Maar Joodse kinderen vielen niet onder deze regeling,’ vertelt Ies Leefsma. Hij mocht in Arnhem de opleiding voor sportleraar volgen, toen kon hij wel geld lenen van de Stichting 1940-1945. Hij ging niet naar Groningen omdat de opleiding in Arnhem christelijk was. Hij werd sportleraar en later directeur van een middelbare school in Groningen. Pas veel later heeft Ies Leefsma begrepen dat hij gedoogd werd om het geloof. Warmte kreeg hij wel van Akke, de stiefdochter van Janke Nooitgedagt en van Jennie, de vrouw van stiefzoon Tjitte. Zijn tweede dochter is genoemd naar deze beide vrouwen, Jenneke Akke. Later is Ies Leefsma teruggegaan naar de synagoge, naar zijn Joodse wortels.(Op de foto: Jopie Blitz en Ies Leefsma).
Heeft zijn bijzondere jeugd invloed gehad op zijn leven? ‘Het zal ongetwijfeld mijn leven hebben beïnvloed, stel dat ik in dat gezin van Jacob en Emmy van de Rhoer was terechtgekomen, dan was het een heel ander leven geworden, ik denk dat ik dan arts was geworden.’ Zelfs na zeventig jaar is deze zaak nog steeds actueel. In Aerdenhout wil de gemeente Bloemendaal een straat noemen naar Gezina van der Molen. Vooral bij voormalige oorlogspleegkinderen is hier heftig verzet tegen gerezen.
Met dank aan Isac Leefsma, Pauline Kick en Iepie van der Meulen.
Bron:Historisch tijdschrift ‘Fryslân’ editie maart 2015.
Dit artikel is met toestemming van de schrijfster Aly van der Mark geplaatst.