De Tram
De stoomtram in Gorredijk
De NTM, de Nederlandse Tramweg Maatschappij, bestreek in zijn bloeitijd grote delen van de Provincie Friesland waaronder ook Gorredijk. De NTM was dan ook één van de grootste stoomtrambedrijven in Nederland. De eerste stoomtram reed op 11 januari 1882 de lijn Sneek-Bolsward. In datzelfde jaar werden ook de lijnen Bolsward-Harlingen, Joure-Heerenveen en Heerenveen-Gorredijk geopend. Twee jaar later, in 1884, kwam de verbinding tussen Gorredijk-Drachten tot stand. In 1886 werd het laatste traject afgerond van Joure naar Sneek, nu was de doorgaande tramlijn Harlingen–Bolsward–Sneek–Joure– Heerenveen–Gorredijk–Drachten compleet.
Tien jaar later volgden er meer tramlijnen: in 1896 werd de lijn Drachten–Suameer geopend met erop aansluitend de paardentramlijn Suameer – Veenwouden, waar vanaf 1913 ook stoomtrams gingen rijden. Vanaf 1899 kwamen er ook stoomtrams ten noordwesten van Leeuwarden.
Tramstation te Gorredijk.
Vanaf 1911 werden ook tramlijnen aan de oostkant van de provincie aangelegd en in de aangrenzende delen van Groningen, Drenthe en Overijssel. In 1911 werd de lijn Lippenhuizen (Driehoek) – Oosterwolde geopend, in 1913 de lijn Drachten– Groningen, in 1914 kwam de lijn Hoek Makkinga–Steenwijk in gebruik en een jaar later bereikte de NTM Drenthe ook met de lijn Oosterwolde-Appelscha-Hijkersmilde-Smilde-Bovensmilde–Assen, terwijl in 1916 de laatste lijn werd geopend van Hijkersmilde naar Meppel. Er waren in de loop der jaren nog veel meer plannen geweest voor aanleg van tramlijnen, maar hierbij zou het bijven. De totale lengte van het net bedroeg 297 kilometer.
De tramlijnen waren zowel voor passagiers- als voor goederenvervoer, maar het goederenvervoer zou het vervoer van reizigers op enkele lijnen vele jaren overleven. Het volledige net zou slechts zo'n 17 jaar bestaan, want in 1933 werd als eerste de laatst geopende lijn van Hijkersmilde, langs de Drentsche Hoofdvaart, naar Meppel al weer gesloten.
Eén der laatste goederentrams die Gorredijk zou bereiken. |
Op 13 augustus 1939 vonden er enkele opheffingen plaats: Marssum – Franeker – Arum en Leeuwarden – Beetgumermolen. Het aansluitende deel Beetgumermolen – Sint Jacobiparochie werd voortaan door de Nederlandse Spoorwegen (NS) geëxploiteerd. Daartoe werd er nabij Sint Jacobiparochie een verbindingsspoor gelegd met de spoorlijn van de NFLS bij Minnertsga, zodat de goederentrams nu vanaf de andere kant op de tramlijn konden komen.
De overige tramlijnen bleven tot na de Tweede Wereldoorlog in bedrijf, maar in 1947 werd een groot deel van het net gesloten. Per 5 oktober 1947 werden opgeheven de lijnen: Harlingen – Bolsward, Sneek – Joure, Heerenveen – Gorredijk, Driehoek – Drachten, Folgeren – Bergum, Dokkum – Veenwouden en Hijkersmilde – Assen.
Tramhalte Hoofdstraat Gorredijk in de tweede wereldoorlog. Jan v/d Vegt, gedreven colporteur van het Nationaal Socialistisch blad Volk en Vaderland, stapt in om reizigers een krant aan te smeren. | |
Plattegrond van het N.T.M. station te Gorredijk.
Hondekarren op de tramrails
Nadat de tram eenmaal ingeburgerd was, deden bezitters van hondekarren de ontdekking, dat het rijden op zulke gladde staven verreweg de voorkeur verdiende boven de vaak slechte wegen. Iemand moet toen op het idee gekomen zijn de wielen van de hondekar (o.m. met flenzen) zo te maken, dat ze dezelfde spoorbreedte hadden als de tram en in de twee ondiepe gootjes pasten van de destijds toegepaste Demerbe-rails. Dat een en ander niet zonder gevaar was, blijkt uit het volgend, krantenbericht uit de ''Hepkema'' van 25 februari 1893, ''Johannes KL., vroeger tramconducteur (!), later karrijder reed met een zwaar beladen kar van Gorredijk naar Beetsterzwaag. Onder de kar, waarvan de voorwielen van flenzen waren voorzien, liepen de twee honden. Op de kar was een vracht van 600 pond koffiebonen, een vat frambozen van 285 kilo, een vat petroleum, 4 kisten met suikerwerk en velerlei kleingoed. Even aan ''deze'' kant van Gorredijk zag K. op vrij grote afstand het licht van de Drachtster tram naderen. Hij wilde de kar van de rails halen, doch het ene wiel viel aan de buitenkant van de rail omlaag en nu was in de zwaarbeladen kar geen beweging te krijgen. K. liep de tram 40 tot 50 meter tegemoet en schreeuwde toen, met de tram meelopend, zo luid hij kon. Pas op 15 tot 20 meter afstand zag machinist Kornelis Boonstra hem. Remmen.... te laat... een botsing en een van de honden op slag dood. Tegen K. werd later f 25,- boete of 20 dagen hechtenis geëist. Ook op bijgaande foto met locomotief 9, vermoedelijk in 1884 bij het Goddeloze Tolhek gemaakt, tijdens de opening van de lijn Gorredijk - Drachten, zijn twee hondekarren te zien.
Het Goddeloze Tolhek anno 1884. Rechts van de tram staan twee hondekarren.
Alleen nog goederenvervoer Vanaf 1 oktober 1949 werden de overgebleven lijnen weer door de NTM overgenomen. ,behalve de lijnen Bergum – Veenwouden en Beetgumermolen – Sint Jacobiparochie, die respectievelijk werden gesloten en bij de NS bleven. Het goederenvervoer werd met eigen personeel en NS-materieel uitgevoerd. In de volgende jaren werden de lijnen successievelijk weer overgedragen aan de NS. In 1952 Beetgumermolen–Sint Jacobiparochie, in 1956 Drachten–Groningen , in 1958 Sneek–Bolsward en in 1960 Heerenveen–Joure–Lemmer . De lijnen Steenwijk–Hijkersmilde - Gorredijk werden niet meer overgedragen, doch gesloten op 30 september 1962. De laatste, door NS geëxploiteerde, lijnen werden enige jaren later gesloten, in 1957 Beetgumermolen – Sint Jacobiparochie , Sneek – Bolsward in 1964 en Heerenveen – Joure – Lemmer in 1968 . |
|
|
| ||
| | |
Een aantal plaatsbewijzen, weekkaarten van de N.T.M. met betrekking tot Gorredijk.
Informatieboekje NTM over uitstapjes langs de lijnen der Nederlandsche Tramweg Maatschappij.
Op 18 februari 1901 ontspoorde een tram op de Hegedyk te Kortezwaag |
De jeugd van toen vond het maar interessant en dan ook nog eens op de foto. |
Tramdrama Goddeloze Tolhek in 1897 en 1907
Tramslachtoffers 1897
Het tramongeluk bij Beetsterzwaag. Uit de Woudklank van 24-10-2010 |
Tramslachtoffers 1907
Precies honderd jaar geleden ontspoorde een stoomtram bij het Goddeloze Tolhek bij Lippenhuizen. Drie mannen werden gedood door de stoom. Het dramatische verhaal doet nog altijd de ronde. Maarten van Doremalen woonde vlakbij de plek des onheils en ging op zoek naar de echte feiten. Lippenhuizen - Enorme stoomwolken. Chaos van een gekantelde locomotief. Kermende slachtoffers.
Johannes Roorda, werkmeester bij de NTM, vertrekt die bewuste donderdag in 1907 met een goederentram uit Heerenveen. Met zes man aan boord rijdt hij naar Sumar om een rijtuig van een paardentram op te halen. Het is dringen op de krappe locomotief. Jan van der Wal en Hendrik van der Zwaag besluiten daarom bij Gorredijk de reis te vervolgen op een van de goederenwagons. Als de tram rond negen uur het Goddeloze Tolhek passeert, gaat het mis. De locomotief ontspoort in volle vaart, knalt tegen een eikenboom en kantelt. Hete stoom spuit aan alle kanten naar buiten. Assistent- machinist Reijenga raakt lichtgewond en komt gelijk in actie om zijn zwaar verbrande collega's te redden. Hij trekt zijn baas Roorda uit de cabine en sleept Jan Wesseling, Roelof van der Meer en Willem Comello weg bij de briessende machine. Alle mannen zitten onder de brand- en schroeiplekken. Van der Zwaag en Van der Wal hebben geluk. De een heeft een stijfe nek door een vallende meelzak. De ander mist slechts een schoenzool. De meest kordate omstanders was boer Ids Hilverda. Het ongeluk gebeurde vlak voor zijn boerderij terwijl hij rustig aan de koffietafel zat. Toen hij zag dat er geen dokters in de buurt waren, ondernam hij zelf actie. Bakker Wolter Hoogeveen uit Lippenhuizen was ook een van de getuigen. Toen hij de slachtoffers bloedend en kermend van de pijn naast de gecrashte locomotief zag liggen, rende hij naar de tapperij bij het tolhuis. Gewapend met een fles brandewijn snelde hij terug naar de gewonden om de pijn te verzachten. Brigadier Luite Duursma rapporteert dat hij op de plek van het ongeluk een ,, afgekookte huid van een hand'' heeft gevonden. Hij brengt het lapje vel naar de griffier van de arrondissementsrechtbank in Heerenveen. Comello (46) en Van der Meer (34) bezwijken de volgende dag aan hun verwondingen. Roorda (39) overlijdt twee weken na het drama. De tram ontspoorde waarschijnlijk doordat Roorda te snel reed. Maar uit de rapportages blijkt dat ook de toestand van de rails niet al te best was. Het ongeluk zorgde in heel Friesland voor veel beroering. Koningin Wilhelmina gaf f 50,- aan de nabestaanden en er werd zelfs een steuncomité opgericht om geld en goederen in te zamelen voor de gezinnen van de slachtoffers. Tolgaarder Roel van der Schaaf maakte na het ongeluk een gedenkteken in de vorm van een ijzeren hoepel met zwarte stenen. In 1983 kwam er op initiatief van Geart van der Zwaag, kleinzoon van Hendrik, een nieuw monument. Het kunstwerk met vier gebogen rails, ontwerp van Hans Snoek, herinnert nog elke dag aan het tramdrama van 1907. Door Elizabeth Vogelzang. |
Het trammonument in de jaren 70 van de vorige eeuw. Foto: Ys Sevensma)
Uit de Woudklank van 24.06.2004 door Henk F. Hansma
Tramongeval 1907, De reis Het ongeluk De Woudklank 24 juni 2004 |
Foto gekregen van collega. Tot in de jaren zestig van de 20e eeuw waren enkele NTM-tramlijnen in Friesland in gebruik voor goederentrams van de NS. De speciaal voor dit vervoer gebouwde loc NS 453 (serie 451-460) met trein 5020 te Gorredijk op 1 september 1962, kort voor de sluiting van deze lijn. Foto: J.G.C. van de Meene. Jelle Hofstra